Wat een droom je vertelt (of probeert te vertellen)
In mijn laatste blog schreef ik over Willem en zijn vreselijke nachtmerries. Inmiddels heeft Willem een zware operatie ondergaan, wordt hij bestraald en krijgt een aantal chemokuren. En dat alles als gevolg van het inzicht in zijn dromen.
Eerst zochten we naar een patroon in de dromen. Ze hadden allen te maken met iets opgedrongen krijgen, iets door de strot geduwd krijgen. Het eerste droomverhaal ging over levende kikkers die hem door iemand die achter hem stond in zijn mond geduwd werden. Hij moest ze dus wel doorslikken. Het was echter niet alleen spul dat via zijn mond naar binnen moest, Willem droomde ook dat hij gedwongen werd bepaalde dingen te doen. Zo moest hij door een rioolbuis kruipen en op zijn blote voeten door stinkend afval lopen.
Eerst konden we geen verband ontdekken tussen al deze griezeldromen. Maar na drie sessies werd wel duidelijk dat Willem in zijn dromen onder druk stond. Bijzonder was dat hij elke keer de zware opdracht wel uitvoerde. Dit legde ik uit als een signaal. Het kon niet anders of er moesten in zijn dagelijks leven momenten zijn waarop hij onder druk werd gezet en hij daar niet aan toegaf. De dromen gaven aan dat hij dat juist wel moest doen.
Willem werd na mijn opmerking schichtig en belde prompt de volgende keer af omdat hij zo’n vreselijke last van zijn buik had. De volgende keer vroeg ik of hij dat vaker had. En ja, het bleek dat hij al maanden lang een onverklaarbare pijn in zijn buik had. Ik vroeg of hij bij de huisarts was geweest. Dat was in de roos. De huisarts was volgens Willem niet nodig. Hij had dan wel pijn en krampen, maar daar kon hij mee leven. Bij doorvragen bleek dat Willem al in zes jaar niet bij zijn huisarts was geweest. Hij had immers niks, waarom zou hij dan gaan? “Maar Willem”, zei ik: “Je hebt wél wat. Je kronkelt zo nu en dan van de pijn.” Ineens werd hij agressief. Op boze toon zei hij dat hij niet naar de dokter wilde. En waarom niet? Die dokter zou weleens kunnen ontdekken dat er iets stevig mis met hem was. Zijn vrouw en kinderen en zijn hele familie en ook zijn collega’s op zijn werk drongen er steeds bij hem op aan dat hij naar de huisarts moest. Ze zaten hem op zijn nek. En nu begon ik ook al. Iedereen zat hem maar te pushen en te duwen. Hij ging niet. Punt uit. We mochten hem niet dwingen. Het kwam hem de strot uit. Hij werd er kotsmisselijk van.
Toen begreep ik ineens waar die dromen vandaan kwamen. Die stonden symbool voor alle mensen in zijn omgeving die hem naar de dokter probeerden te krijgen. Willem wist eigenlijk wel dat zijn dromen een signaal in die richting waren. Maar Willem was bang voor de dokter, of liever gezegd: bang dat de dokter hem slecht nieuws te melden had. Hij hoopte dat zijn dromen een andere verklaring hadden. Maar nee, ik maakte hem overduidelijk dat de dromen wezen in de richting DOKTER. Het kostte mij heel wat overredingskracht om Willem naar zijn huisarts te krijgen. Maar uiteindelijk ging hij. De dokter vertrouwde de zaak niet en zond Willem door voor een darmonderzoek. En waar hij zo bang voor was geweest bleek waar te zijn: Willem had darmkanker. Zijn chirurg zei wel dat hij direct had moeten komen toen zijn klachten ontstonden. Nu moet hij bestraald worden en krijgt hij chemo. Maar de kans op genezing is bijna 100%.
Voor Willem ziet de toekomst er weer hoopvol uit. De nachtmerries zijn verdwenen, hij werkt hard aan zijn herstel en hij weet één ding heel zeker. In het vervolg gaat hij beter luisteren naar zijn dromen en proberen te begrijpen wat de boodschap erin is. En als je dan een vermoeden hebt wat ze betekenen daar niet voor weg lopen. Gelukkig liep hij wel naar mij! Hij voelde toch dat er helderheid moest komen. Doordat hij mij vertrouwde heeft hij de moeilijke stap richting huisarts gezet.
Voor dokters is hij niet meer bang. Hij is dankbaar dat ze hem gered hebben. Zo voelt hij het en dat is mooi. En ik? Ik ben altijd blij met een happy end.
Sorry, the comment form is closed at this time.